Voor in de kerstvakantie: zelf gnocchi maken

Zelf gnocchi maken is echt leuk! (Spreek uit als Njoki)  

En bovendien erg lekker. Ik had één keer gnocchi gegeten  van een ‘vers-verpakking’ en de slijmerige deegballen waren niet te eten. Het was dus niet lekker en ik dacht niet van gnocchi te houden.

En toch wilde ik het een keer zelf maken. Wat blijkt? Verse zelfgemaakte gnocchi is héérlijk. De zachte, smeuïge, warme aardappelballetjes smelten in je mond. Lekker warm wintereten! (comfort food!)

Maar het maken is nog leuker. Het vergt wat tijd en het is even de handigheid die je moet leren, maar als ze lukken is het erg leuk. Fijn klusje voor in de kerstvakantie.

Het recept voor gnocchi met fontina (of andere kaas) heb ik uit één van mijn kookboeken. Maar de techniek heb ik afgekeken van onderstaand filmpje.

Nicoletta is geweldig!

Ik maakte de gnocchi met een boter-saliesaus. Deze simpele saus wordt altijd de hemel in geprezen en ik wilde het ook eens proeven. Eerlijk gezegd vind ik de saus wat overrated. Erg machtig, waar je gauw vol van wordt. Met een lekkere simpele tomatensaus lijkt het me ook lekker. Dit ga ik de volgende keer proberen!

Een pureeknijper is trouwens erg handig. Het kost absoluut geen moeite om mooie fijne puree te krijgen. (Je hebt ze bij Ikea voor € 9,95)

Hieronder het recept voor verse gnocchi met fontina en boter-salie saus. Bekijk eerst het filmpje, dan begrijp je de techniek!

Nodig voor 3:

500 gr kruimige aardappelen

150 gr bloem

70 gr fontina of andere sterke kaas

Zout

100 gr roomboter

1 eigeel

bosje verse salie

parmezaanse kaas

pureeknijper

theedoek

Kook de aardappelen in de schil gaar.

Als de aardappelen gaar zijn, verwijder de schil met een mesje. De aardappelen moeten nog warm zijn, dan gaat het heel makkelijk. Knijp de aardappelen tot puree.

Voeg de bloem toe, samen met het ei. Kneed tot een soepel deeg. Het deeg mag niet aan je handen plakken, dus voeg eventueel nog wat bloem toe als dat nodig is.

Maak worstjes van het deeg door dit uit te rollen. De worstjes moeten ongeveer een doorsnede van 1,5 cm hebben.

Snijd de fontina in luciferstokjes-formaat.

Maak boven in de deegworst een snee met een scherp mesje (in de lengte dus) en leg in de snee de reepjes kaas. Knijp de deegworst weer dicht en rol nog even.

Snijd nu stukjes van de deegworst van ongeveer 1,5 cm lang.

Nu het lastige;

Pak een afgesneden stukje en leg dit op de binnenkant van een vork. Zet je duim er op, zodat je het deegballetje een beetje platdrukt. Ondertussen rol je hem langs de tanden van de vork naar beneden. Het rolletje rolt over je duim heen. Je krijgt nu een kartelig krulletje van deeg.

Leg op een theedoek, zodat ze niet aan het werkoppervlak blijven plakken. Leg ze niet op elkaar!

Als je er een aantal hebt gemaakt, krijg je er vanzelf handigheid in en worden ze steeds mooier.

Zet een grote pan met water op.

Smelt de boter langzaam in een steelpan en doe de salie erbij. Laat op laag vuur trekken.

Als het water kookt, strooi er wat zout in. Doe de gnocchi één voor één in de pan en roer voorzichtig met een houten lepel, zodat ze niet aan de bodem blijven plakken. Na een minuut of drie komen ze bovendrijven. Dan zijn ze al klaar!

Haal met een schuimspaan uit het water en schep in de botersaus.  Herhaal tot alle gnocchi gekookt is.

Meng de saus door de gnocchi en bestrooi met zout, peper en parmezaanse kaas.

Geniet van de verse smaak van deze gnocchi!